In de herfstvakantie genoot ik samen met een schildervriendin van een weekje onbezorgd schilderen in de Champagne o.l.v. Karin Touw uit Ridderkerk. Vooraf kregen we alvast wat thema’s om warm te lopen. Een daarvan was om ons te verdiepen in het werk van de beeldend kunstenares Louise Bourgeois. Nooit van gehoord, dus googelen maar. Het werk stootte mij in eerste instantie zo af, dat ik dacht dat het vast en zeker fout was (haha). Maar dat was niet zo. Ik ploeterde me er doorheen, vond het nogal shockerende kunst. Niets van haar was fijn voor mij om naar te kijken, bloederige taferelen, veel bedreigende spinnen, afgehakte hoofden, kooien. Wel veelzijdig want in de vorm van beelden, schilderijen, installaties en borduur/textielwerken. Bijna tegen mijn zin in, groeide mijn interesse voor haar werk. Ik vroeg me samen met mijn schildermaatje af: zouden wij dat durven, iets maken wat we shockerend vinden of waarmee we willen shockeren? Hmmm… heb ik vooralsnog geen antwoord op. In de week zelf raakte ik pas écht geboeid door haar werk te bekijken in de prachtige kunstboeken en waarin ik las over haar weg als kunstenares. Zo helemaal wars van: het moet mooi zijn om naar te kijken, maar slechts de totale expressie van haar jeugd/leven in haar werk. Je moet maar durven! Je moet maar het geloof hebben dat je daarmee anderen boeit, je brood kan verdienen… Door mijn toenemende begrip voor haar ontwikkeling, kon ik haar uitingen daarvan ook meer waarderen. Kortom, uiteindelijk vond ik het heel inspirerend om iets hiervan mee te nemen in mijn eigen werk die week. Ik maakte 3 kleine doekjes. Eentje met een vlechtwerk (á la Louise) van mijn eigen jeugd. Ik vlocht reepjes papier met de kleur van moeder en vader (boeiend om dat te verbeelden), reepjes papier waarin hun kwaliteiten tot uiting kwamen die mij vormden (patroontekenpapier en tekst uit boeken) en tenslotte blanke reepjes, omdat ondanks alles ik bij deze ouders wél mezelf mocht worden. Ik schreef er hier en daar aanmoedigingen van hen op maar ook normerende opvattingen…
Op de andere twee doekjes schilderde ik het web van mijn gezin van herkomst en eentje met zo’n bloed-enge dikke harige spin (wel beetje shockerend). Uiteindelijk denk ik dat dit thema mijn werk verdiept heeft. Ik vraag me meer af, wat wil ik werkelijk verbeelden en welk beeld heeft dan de meeste zeggingskracht. Wat is er nog tot uiting te brengen, wat wil ik nog tot uiting brengen? Uit mezelf zou ik het werk van Bourgeois nooit opgezocht hebben en toch heeft het me iets moois gebracht!