Nog steeds bezig binnen mijn thema nesten en vooral met mijn eigen nest. Vanuit het beeld van een concreet nest ben ik op een zijweg beland. Ik kreeg de behoefte om mijn eigen nest in beeld te brengen. Na wat mijmer – en denkwerk kwam op op het volgende: op een positieve manier verbeelden wat ik van mijn ouders heb meegekregen. Voorafgaand was er de gedachte in beeld te brengen wat ik ‘meesleep’ n.a.v. een korte snelle schets… maar ik wilde kleurig en positief schilderen. Het werd een ode aan mijn ouders, Pieter en Margreet. Een vader die meubels maakte, een moeder die costumière was. Veel van mijn kinderjaren bracht ik door tussen half afgemaakte bruidsjurken (liefde voor textiel) en sofa’s die bekleed moesten worden. Ik sleet mijn kinderjaren in een soort atelier, waar ik met houtjes, spijkertjes, lapjes, kantjes en knoopjes mocht spelen. Ik ben enig kind, dus kreeg alle ruimte om dat te doen. Ik heb geprobeerd dit in beeld te brengen. Na al het ‘ambachtelijke’ wat ik van hen beide mocht leren (op het schilderij zie je mijn ouders geportretteerd met gereedschappen en instrumenten) ben ik nu bezig de sfeer te verbeelden waarin ik groot kwam. Dat ik in mogelijkheden mocht denken, dat ik daarin ondersteund werd, dat ik mocht worden wat ik wilde… Wel binnen de grenzen van het ‘betamelijke’ want balletdanseres of kunstschilder, nee, daar kon ik mijn geld niet mee verdienen. Ballet zit er niet meer in, maar ik leef wel een soort van ‘kunstenaarschap’ en geef mezelf de ruimte daarin nog te leren. Het is een leuke en fijne opdracht die ik mezelf gegeven heb, al schilderend ga ik terug in de ‘positieve’ tijd en voel ik vooral dankbaarheid.