Mijn hand is genezen verklaard en ik hoef mijn spalk niet meer om. Wat een bevrijding! Hij doet weer helemaal mee. Het schilderen heb ik ook weer helemaal opgestart en dat moest ook wel want ik had nog het een en ander af te maken voor mijn expo in Zaandam… Het schilderij met de voormoeders erop wilde en wil nog steeds niet lukken en heb ik uiteindelijk in een hoek gezet. Genoeg geprobeerd, niet naar mijn zin, wil ook niks worden… Als er steeds dikkere lagen ter correctie ontstaan gaat zo’n werk vooral MOEITE uitstralen, niet fijn om naar te kijken. Soms heb je dat, dus opnieuw dan maar! Terug naar de schoenen, een eerder idee, wat ik nu anders wil uitwerken (wordt vervolgd). Daarentegen vond ik wel weer een mooie oplossing voor de blote werkknieën van mijn tantes. Daar moest nog iets bij op het grote doek, maar wat? Dan ga ik verder inspiratie zoeken, ditmaal in de vorm van een boek over dienstbodes. Over meisjes van 13 die vroeger onaangekondigd op een zondag na de mis met hun vader moesten meefietsen naar een ‘betrekking’ voor ze. Onvoorstelbaar! Geen school meer vanaf nu maar aan het werk. Ik herkende in die verhalen de ervaringen van mijn tantes, die werkhuizen hadden, maar wellicht ook liever hadden doorgeleerd? Dat inspireerde mij tot het schilderij hieronder dat ‘Sappelen’ heet. De Zaanse term voor ploeteren en afzien. Met iedere dag weer vloeren om te boenen (stel ik me zo voor) maar misschien hadden ze liever naaien geleerd of andere vakken… Vandaag is het schilderij ingelijst teruggekomen, met een knalroze lijst die ik had gekozen. Als knipoog naar vroeger én de kleur schuurt ook een beetje, zo leuk was dat allemaal niet vroeger… je ‘verzoop’ soms in het werk.
Spalk aan de wilgen!
